Hoe verging het ons eigenlijk verder in Zweden? De reis ligt intussen al een poosje achter ons, maar hier volgt deel 2 van onze roadtrip!
Dag 5: naar Älvdalen met tussenstop in Mora
Regendagje! Niet erg, want we moesten ons verplaatsen richting noorden. We genoten zo van onze eerste verblijfplaats dat niemand echt zin had om te vertrekken.
Mora
Op de kaart zagen we dat Mora één van de grotere stadjes is aan het Siljanmeer. We besloten er te stoppen om ‘s middags iets te eten.
Bij het uitstappen bleek het kouder dan we ‘s morgens hadden ingeschat. Met zeurende zonen in ons kielzog lieten we de auto ergens achter op een parking… om vervolgens te constateren dat Mora een toeristische en naar ons gevoel zielloze plek is. We vonden een buffetrestaurant met zicht op het meer. Prima plan met kinderen, dachten we. Jammer genoeg was het er zo smerig dat we binnen de 2 minuten weer buiten in de kou stonden. Met zeurende kinderen, ja. Want het duurt altijd veel te lang vooraleer mama en papa een restaurant vinden, dat weet je toch?
Enkele vijven en zessen later vonden we een fatsoenlijke tent waar we hamburgers konden eten. De hamburgers zouden die weken een constante vormen tijdens onze reis, maar dat wisten we toen nog niet. Wist je trouwens dat je in Zweden bijna altijd aan de toog je eten gaat bestellen en betalen en daarna pas een tafeltje uitkiest? De man in deze tent was “not amused” omdat wij dit nog niet wisten…
Älvdalen
Älvdalen. De hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. Al is het concept “gemeente” hier wel lichtjes anders dan hier bij ons. Een gemeente die uitstrekt over meer dan 100 km, het zou hier in België eerder een provincie zijn! Wikipedia leert me dat Älvadelen-city 1812 inwoners telt en 3 km² groot is. Een echte hoofdplaats, dus (not!).
In deze regio wordt trouwens nog Elfdaals gesproken, een taal die in niets lijkt op Zweeds maar behoort tot de groep van Noord-Germaanse talen. Qua uitzicht deed het me denken aan Ijslands.
We kwamen in dit onooglijke dorpje terecht via een kennis die hier een vast stek heeft in een Bo Pa Lantgard. Dat betekent zoveel als “logeren op de boerderij”. Gastvrouw Margareta en gastheer Lars-Erik baten er een sfeervolle B&B uit in een landhuis waar de tijd stil bleef staan.
Dag 6: Rättvik en Nusnäs
We wilden graag op het Siljanmeer varen om van op het water de omliggende dorpen te kunnen bewonderen. De Gustaf Wasa is een historische boot die op gezette dagen en tijden uitvaart uit Rättvik, Mora of Leksand. Vanuit Älvdalen leek Rättvik de beste keuze.
Ook vandaag was het bar koud. Toen we lange de pier opliepen waar we op de boot moesten wachten, bleek het enorm te waaien en al snel hadden we geen zin meer in het geplande boottochtje. Het zicht was beperkt en gezien de prijs van de boot hadden we geen zin om van een kale reis thuis te komen. We lieten het plan dus varen en haastten ons terug naar de auto.
Plan B: Tällberg en de Vidablick
In de hoop wat op te warmen reden we een stukje verder tot het aardige dorpje Tällberg. De avond voordien hadden we immers van andere Zweden gehoord dat we deze plek echt niet mochten overslaan. En inderdaad: het is een leuke plek, maar het was nog steeds koud en winderig toen wij daar waren. We aten snel onze picknick op, bezochten gauw enkele huisjes waar ambachtelijke spullen te koop waren en sprongen terug de auto in. Jammer, maar de zomer leek die dag eventjes heel ver weg.
Na het blitsbezoek aan Tällberg reden we naar een uitkijktoren bij Rättvik (op de weg terug naar huis, het hele meer rondrijden leek ons geen goed plan): de Vidablick. Dit is een oude, houten uitkijktoren die je een mooi uitzicht biedt over het meer. Door het beperkte zicht en aangezien ook dit een betalende attractie was, besloten we de toren niet te beklimmen.
De laatste stopplaats was Nusnäs. Hier kan je de fabrieken bezoeken waar de beroemde dalapaardjes gemaakt worden. Wij ging naar Nils Olsson. Een aanrader en je komt gegarandeerd niet met lege handen buiten uit de aanpalende shop!
Dag 7: eropuit met Lars-Erik
De oudste zoon sprak al lang voor we op reis vertrokken zijn wens uit eens te gaan vissen in de Zweedse meren. Natuurexpert Lars-Erik begeleidde ons vandaag op een daguitstap langs niet-geasfalteerde wegen. Avontuur!
Het is onvoorstelbaar hoe desolaat de regio Älvdalen is. Kilometers reden we over grindwegen zonder ook maar iemand te zien. Af en toe ging onze gids eens op de rem staan om te wijzen naar een dier dat hij in het bos zag. Frappant ook hoeveel meer hij zag dan wij en hoeveel moeite het hem kostte om ons te tonen wat hij al van ver had gezien! Het viel ons heel erg op hoe dicht Lars-Erik bij de natuur leeft. Hij beweerde zelfs te ruiken dat er kort voordien ergens een eland gepasseerd was.
Vissen
Na goed anderhalf uur kwamen we op onze bestemming aan: een prachtig gelegen meer waar we helemaal alleen onze vislijnen mochten uitgooien. Het heldere water bleek dan ook nog eens vol vis te zitten: onze oudste zoon werd kampioen van de dag. Hij sloeg maar liefst 4 vissen aan de haak. Alle vissen die kleiner dan 10 cm waren, gooiden we terug omdat we die toch niet konden opeten.
Lunch aan het vuur
Bij het meer stond een houten shelter met een vuurkring. Lars-Erik had op onze vraag gezorgd dat we een houtvuur konden maken om daarop onze worstjes te bakken. We aten ze met een speciaal, plat brood en heerlijke mosterd uit een tube! Ik werd prompt teruggekatapulteerd naar mijn scoutsjaren. Heerlijk! Ook de jongens genoten hier enorm van. De vissen namen we mee naar huis waar we ze ‘s avonds zouden opeten.
Dag 8: Siljan, poging 2
Het weer was beter, dus wij besloten nogmaals te proberen een boottocht te maken met de Gustaf Wasa. Vandaag moesten we daarvoor helemaal tot in Leksand rijden, maar ach, we wilden toch de toer van het meer doen.
Helaas was ook dit een maat voor niks: de boot was helemaal uitverkocht want ze hadden er een hele bus mensen afgezet die een tochtje wilden doen. We besloten het dorpje te bezoeken. De zon was weer van de partij en de sfeer in Leksand beviel ons wel. Na een wandeling met picknick, een bezoekje aan een theaterfestival en een passage door een speeltuin, rustten we uit met een oerzweedse “fika”: taart en koffie op een terras. Zalig!
De rest van de dag reden we verder rond het Siljanmeer. We kwamen op prachtige, ongerepte plekjes waar we ons ver van de wereld waanden. Voor we terugreden naar onze stek, reden we nog even het eilandje Sollerön op. Zeker de moeite! Dit was echt een topdag voor ons. We zagen Zweden in al haar schoonheid, zoals ze het land tonen in “de boekskes”.
Dag 9: Orsa rovdjurspark
In Orsa bevindt zich een groot dierenpark. Je kan er beren, wolven en consoorten bewonderen in hun “natuurlijke habitat”. De grote kooien hadden als enige nadeel dat veel dieren zich gewoon niet lieten zien… Gelukkig waren er ook info- en voedermomenten zodat we toch een paar heuse beren konden bewonderen. De kinderen vonden dit een leuke attractie, zelf vond ik het vooral heel veel wandelen en gemiddeld weinig zien.
Dag 10: bye bye Älvdalen
We rondden het hoofdstuk Älvdalen in schoonheid af. Geladen met hout en worsten, wandelden we de Hykjeberget op, een enorme granietrots die ons een fenomenaal uitzicht op het dal bezorgde. De kinderen dartelden naar boven met het vooruizicht worsten te mogen bakken op een houtvuur. Ook hier was er een houten shelter met een vuurkring (en een voorraad hout, zo bleek!). Opnieuw waanden we ons rasechte padvinders.
We maakten nog een klein ommetje langs Torrlids Fäböd. Dat is een oude zomerboerderij die in ere hersteld werd. De koeien grazen er ‘s zomers vrij rond en van de melk worden ambachtelijke kazen gemaakt. Hier begon het plots enorm te regenen. Aangezien we een jarige hadden maakten we van de gelegenheid gebruik om een kaneelbol te verorberen in een van de houten huisjes. Kaarslicht en houtvuur: check!
In de late namiddag zetten we koers naar onze derde en laatste verblijfplaats in Zweden: Idre. Meer daarover in een volgend bericht!